Het huisdier, een impressie

Een eerste huisdier voor Jens – een impressie van Jens en zijn baasje Noedel, de huiskat

WhatsApp Image 2018-03-22 at 12.52.22
What’s new, pussycat? Niet veel precies.

Wat doet een huisdier met een mens? En vooral, wat doet een kat met een Jens (die nooit huisdieren heeft gekend)? U vraagt het zich waarschijnlijk allemaal al enige tijd af. Ik had een jaar lang het genoegen om de gedragingen van beide personen in kwestie te observeren. Dit is mijn rapport.

In Edegem waren huisdieren een graag geziene gast: er passeerden één kat en tien gerbils (waarvan eentje bijna vijf jaar geworden is, de kranige dame). Toen we de kans kregen om in Berchem ook een dier te adopteren, heb ik niet lang getwijfeld. Jens overtuigen was niet echt een probleem, al kende hij het concept ‘huisdier’ niet. Het enige huisdier dat hij van dichtbij kende, was Leontine, onze vroegere kat.

De eerste kennismaking met Noedel verliep daarom wat onwennig. De kat kende ons niet en wij moesten haar nog leren kennen. Gelukkig ontstond al snel een band. We ontdekten dat we een hoogtekat in huis hadden: lederen schoenen en handtassen konden overal blijven liggen; een stoel of een andere verhoging naast een kast veroorzaakten echter een kat óp de kast. Ah, de momenten waarop je een kat van een kledingkast moet redden, omdat ze er wel op, maar niet meer af kan… Eveneens voor mij een nieuwe ervaring (halfblinde Leontine beperkte zich tot stoelen of een tafel).

De kat had intussen in het snotje wie er overtuigd moest worden van haar snoezige kattigheid en hechtte zich aan Jens. Als baasje was ik perfect om ze te bedienen op het vlak van eten en een propere bak. Maar Jens? Dat was het knuffelmonster. Ze ontwikkelde een tweede zintuig: als Jens zich neervlijt in de zetel, staat de kat op en plant ze zich prompt op zijn schoot. Als hij zich heeft ondergedekt met een dekentje, staat ze nog sneller aan zijn zij. Er volgt een ritueel van ‘gedab’ en gespin en dan gedut. Menig chillmoment ten huize De Wit-Buts bevat een moteureke op onze schoot – onze Instagram-volgers hebben het geweten.

WhatsApp Image 2018-03-22 at 12.57.56
‘Maar het is Jens die er zot mee doet hoor!’

Maar terug over naar Jens. Eerst keek hij vreemd op als de kat hem lekte uit liefde. En als ze op zijn schoot had plaatsgenomen, durfde hij amper bewegen. Ken je dat plaatje van die oude man die een andere stoel neemt, omdat hij zijn kat niet van de bureaustoel wilt wegjagen? Dat was Jens – in het begin althans. Later merkte hij op dat de kat pertinent bleef liggen als hij heel erg hard bewoog. De kat wilde een punt bewijzen (‘Ik blijf hier liggen’) en Jens was weer vrij (‘Ik wil wat anders liggen’).

Onze kat werd een speelvogel. Jens hield zich bezig met een laserlichtje van een presentatiepen. Ze ging door haar dak! (Toegegeven, we hebben ook een luie kat, want na een tijd wacht ze gewoon tot de laser naar haar komt en verplaatst ze enkel haar voorpoten.) Daarna ontdekten we dat ze houdt van de plastic linten die vaak rond kartonnen dozen zitten om de verpakking te verstevigen. Vergeet kattenspeeltjes, leve het afval! Bovendien leerde Jens ze een trucje aan: als hij naast de zetel staat en op de zetel tikt, springt ze erop om geaaid te worden. Ja, zo kat, zo baasje – Jens leerde het enkel aan opdat hij zich niet zou moeten bukken om te aaien. Luiheid for the win!

We ondervonden dat onze kat geen kat is zoals andere. Ze loopt niet heel sierlijk door de woonkamer en is, desondanks haar klimgedrag, niet zo handig. Regelmatig misrekent ze zich. Ergens opspringen levert soms hilarische situaties op, maar ze is meester geworden in het verbergen van onhandigheid. Net als een mens, heeft ze zich een zekere schaamte aangemeten en wanneer ze toch eens een misstap (letterlijk) begaat, trippelt ze snel weg en doet ze of het de bedoeling was. Meermaals loopt ze dan snel naar haar krabpaal of springt ze snel ergens anders op. Ze zet dan een blik op die niets minder zegt dan: ‘Dat is nooit gebeurd, jullie hebben niks gezien.’

WhatsApp Image 2018-03-22 at 12.57.56 (1)

Net zoals haar mannelijke baasje verkiest ze een flanellen dons. Dus werd mijn oude dons omgedoopt tot ‘die van de kat’ en heeft-ie nu een vast plaatsje gekregen in haar kamer. Ze neigt dan wel helemaal naar Jens, in haar ochtendritueel is hij niet betrokken. Ze weet dat Jens tijd nodig heeft om fysiek en mentaal te ontwaken, terwijl dat andere baasje vrijwel meteen wakker is. Wat volgt, is een heuse achtervolging tot ze bediend is met haar ochtendsnoepjes. Het concert krijg ik er gratis bij.

WhatsApp Image 2018-03-22 at 12.57.56 (2)

De kat mag dan wel zot zijn van Jens, voor hem zijn er nog werkpunten. Zoals het niet zuchten wanneer ze weer eens in zijn kast kruipt en zich nestelt tussen de kleren. Of het niet onhandig vinden wanneer ze zich nestelt op de handdoek naast de douche. Of het kunnen verdragen dat een kat een kat is en durft iets op de grond te gooien recht voor je neus om te zien hoe je zal reageren. Een opfrissingscursus ‘hoe til ik de kat correct en handig op?’ is af en toe eens nodig.

Al bij al kan ik enkel concluderen dat het experiment Een eerste huisdier voor Jens na exact één jaar zijn vruchten afwerpt. Hij heeft ze helemaal rond zijn vinger gewonden (of was het andersom?) en hij weet zich te redden als ik er niet ben. En die keren dat hij zucht omdat ze in zijn kast zit, worden altijd gevolgd door gegniffel (‘Hehe, ik doe de kast even toe en kijk hoe ze reageert. Ah, ze blijft gewoon liggen. Haha!’). Onze kat is ons kindje geworden. Want je kunt niet ontkennen: A house is not a home without a cat.

De top 3 van Cynthia en Jens

Elk jaar halen Cynthia en ik domme en grappige stoten uit. Dit waren toppers van 2016.

schermafbeelding-2016-12-07-om-21-48-27
Arme Ron Weasley

Nu het eindejaar dichterbij komt, is het stilaan lijstjestijd. Het is namelijk niet alleen het einde van 2016, de eerste verjaardag van dit bloggement komt ook stilaan in zicht. Daarom kijk ik de komende weken naar enkele hoogtepunten van het voorbije jaar. Aangezien jullie, mijn beminde lezers, altijd tuk lijken te zijn op enkele straffe stoten van mezelf of Cynthia, zullen we daar de spits mee afbijten. Mjamjam.

Het voorbije jaar leverde gewoontegetrouw enkele momenten op waar noch Cynthia noch ikzelf bijster trots op zijn. We zijn dan ook best een onhandig koppel. Keert de een zijn (of haar, maar toch vooral zijn) rug, dan haalt de ander iets uit. Na rijp beraad werd een top drie opgesteld van domste/strafste en grappigste stoten van 2016, for your enjoyment.

Top 3 van Jensigheid

Ik ben altijd al een redelijk onhandig persoon geweest. Ik sla steeds nagels met koppen, maar af en toe zit er nog wel eens een stukje duim tussen. In mijn jonge jaren heb ik eens een schop als een echte Harry Potteriale bezem in mijn hand terecht willen laten komen, maar kreeg daarbij de schop op de neus. Ik voelde me nogal Ron Weasley.

Mijn onhandigheid is ondertussen wat afgebot, ook dat is toch een vorm van ervaring?, maar ik ben nog steeds niet onhandigheid-vrij. Zo ben ik soms te zeer vastgeroest in mijn geroutineerde rituelen. Wanneer ik mijn lenzendoosje vastneem, weet ik bijvoorbeeld altijd wat ik moet doen: ‘s avonds het water wegkieperen en bijvullen met de propere variant, ‘s ochtends gewoon opendoen om mijn lenzen in te doen.

In de periode mei-juni is dat twee keer foutgelopen. Ergens ging iets mis tussen de oren, waardoor mijn avondlijke routine zich verschoof naar de ochten. De eerste keer lagen mijn lenzen nog gewoon in de pombak, maar de tweede maal was ik nog te zeer aan het slapen om te beseffen wat ik deed. Zoals een propere, hygiënische jongen spoelde ik mijn lenzendoosje af. Helaas spoelden mijn lenzen, nog geen twee weken oud, mee door. Lomp.

Iets minder lomp, meer in de richting van straffe stoten, zijn mijn nachtelijke excapades. Ik ben een erg lichte slaper, wat wil zeggen dat mijn dromen soms de realiteit dreigen binnen te dringen. Ik word dan half wakker en begin (bijvoorbeeld) mijn goed voorbereide speech af te steken. In het Engels. Uiteraard sta ik daarbij rechtop in bed; hoe spreek je anders een goedgevulde aula toe?

Een andere keer sla ik Cynthia in haar gezicht omdat we aan het boksen zijn in een Lotto Arena die tot de nok gevuld is, en nog een andere keer moet ik wild in het rond slaan om alle gigantische spinnen of bijen van me weg te slaan. Zoet bloed trekt zo’n gespuis aan. De enige jammerlijkheid aan zo’n situaties is dat Cynthia er niet van kan meegenieten. Zij ziet alleen een wildebras die lustig in het rond slaat en haar wakker maakt. Ze begrijpt me gewoon niet. (Al fronste ik onlangs ook de wenkbrauwen toen ze ‘s nachts opstond om even haar patatjes te gaan schillen.)

Mijn grootste lompigheid van het afgelopen jaar is echter pijnlijk recent. Zo’n twee weken geleden was ik met mijn fiets zoals gewoonlijk naar het station gereden. Ik was, zoals gewoonlijk, aan de late kant en moest me haasten om op tijd op het perron te staan. Mijn trein is heel vaak enkele minuten later, maar de dag dat ik daarop ga vertrouwen, gaat de NMBS plots besloten hebben om een stiptheidsactie uit te voeren en voor een keertje op tijd te zijn.

Ik was dus aan de late kant, en snelde met haastige schreden naar de roltrap die naar perron 5 leidde. De omroepstem riep net om dat mijn trein aankwam. Toen ik bovenkwam, merkte ik tevreden dat dat ook effectief het geval was: mijn trein stond bijna stil aan perron 5 en was warempel goed op tijd. Helaas had perron 7 in een vlaag van spontaniteit besloten om voor een dag van plaats te wisselen met perron 5. Ik hoop maar dat niet te veel mensen mijn trappengesnel gadesloegen.

Top 3 Cynthigheid

Voor Cynthia was het opnieuw een onvervalst topjaar. Ze bedoelt het nooit slecht, maar toch is ze geregeld te betrappen op een gedachtegang die een of meerdere logische stappen lijkt te missen. Ik lig dan natuurlijk plat van het lachen, zoals het een goed lief betaamt; Cynthia agrees to disagree.

Algemeen gesproken zijn we een koppel dat goed communiceert. We weten wat we van elkaar kunnen verwachten en hebben soms niet meer dan een blik nodig om te weten hoe de ander zal reageren. Toch loopt het ook bij ons soms eens mis. Zoals die ene keer dat we afspraken om van thuis uit samen naar ribbekesrestaurant Amadeus te gaan in ‘t stad.

Ik was op de afspraak en tot vandaag houdt Cynthia vol dat zij dat ook was, al luidde haar afspraak enigszins anders. Bleek zij helemaal geen taxi te spelen voor mij, bevond zij zich al in de Amadeus, en moest ik mijn eigen boontjes maar doppen. Boontjes werden gedopt en ribbekes werden gegeten. All’s well that ends well.

Iets minder fraai was Cynthia haar godgeplaagde dubbele boeking. Elke aandachtige lezer van deze blog zal wel weten dat ze een echtig en techtig Eurosongbeest is. Op Eurosongdag valt het beest in haar niet te temmen en geht ze los. Dit jaar zou dat niet minder waar zijn. Tot ze op de ochtend van het grote liedjesfestijn plots merkt dat ze die avond moet gaan babysitten.

Traantjes werden geplengd, afspraken met haar mede rasgenoten werden afgezegd, en het veel-te-goed-voor-deze-wereld-lief ging samen met Cynthia babysitten om daar dan Eurosong te bekijken. Het werd alsnog een gezellige avond, en je kan er vanop aan dat haar dat geen tweede keer zal overkomen.

Met stip op plaats één staat toch Cynthia’s grote kartonqueeste. Op maandag wordt bij ons in de straat karton, pmd en huisvuil opgehaald. Aangezien we net een nieuwe televisie gekocht hadden – die verpakt was in een gigantische doos – hadden we wel wat papier en karton dat de weg naar buiten zocht. Ik greep de kans aan om de doos vol te proppen met alles dat we nog hadden staan.

Ik vroeg op zondag aan Cynthia of zij de volgende dag het karton wou buitenzetten, aangezien ik op maandagavond steeds ga badmintonnen en de kartonophalers steeds redelijk vroeg op de avond langskomen. Cynthia, het goede kind, zei volmondig “geen probleem!”

Als een braaf bazinneke begaf ze zich de volgende avond de kelder in, op zoek naar de beruchte doos. Met (blijkbaar) heel veel moeite, gegrom en ge-vervloek-van-Jens wist ze de veel te grote doos de trap op te sleuren naar de hal, om ze vervolgens buiten in de kou te zetten.

Toen ik thuiskwam, zat ze in de zetel, gezicht op onweer, klaar om me de levieten te lezen. Klaar om mij te vertellen hoeveel het moeite het kost voor iemand die kleiner is dan dié doos om dié doos de trap op te zeulen en om dié doos buiten te zetten. Ik vocht moedig tegen mijn ingehouden lach en kon haar nog net de vraag stellen: “waarom heb je niet gewoon de garagepoort opengezet? Dan ben je toch meteen buiten?” De rest van de avond was sterven: doodgaan van het lachen.

Als Jens van huis is…

…speelt Cynthia met de kat.

img_20151021_195749
Cynthia en de (wazige) kat in kwestie.

Ik heb het niet voor katten. Voila, het is eruit, ik kan het nooit meer terugnemen want het staat nu op het internet. Basta. Cynthia mag op haar hoofd gaan staan, ik zal nooit toegeven dat ik gisteravond voor het slapengaan nog langsging langs het nest van de kat. Want katten zijn onhebbelijk en lopen altijd in de weg.

Of ze wassen zich met het water in het glas dat naast mijn bed staat. En ze steelt alle aandacht die Cynthia te geven heeft, en die niet naar Facebook gaat – probeer haar maar eens aan te spreken wanneer ze haar gsm vastheeft. Ben ik van huis, dan kreeg ik vroeger al wel eens een smsje waarin verkondigd werd waar Cynthia zoal mee bezig was, en dat ik uiteraard gemist werd. Nu wéét ik waar ze mee bezig is wanneer ik weg ben, en waarom ik niets van haar hoor.

Sinds de kat van de familie Buts-Hofman op bezoek is, lijkt het gedaan met de liefde. “He, Cynthia, is het eten bijna klaar?” “Bijna, ik ben eerst nog bezig met dat van de kat.” “He Cynthia, krabbel eens wat over mijn buik.” “Ja, straks, ik ben dat nu bij de kat aan het doen.” “He Cynthia, als je zo gehaast bent om de kattenbak uit te kuisen, mag je ook altijd eens…” “DURFT NIET HE!” Zo onredelijk.

Het moge duidelijk zijn: als onze relatie ergens op kan stukgaan, dan zal het een kat zijn. Ik moet elke dag mijn best doen om te voorkomen dat Cynthia niet elke kat die ze tegenkomt mee naar huis neemt. “Cynthia, zet dat beest neer, die is van deze mensen.” “Ziet ge dan niet dat ze bij mij wilt zijn?!?!”

Wie kan er van een kat houden? Hoe is het in godsnaam mogelijk die beesten te adoreren als zijn ze stuk voor stuk reïncarnaties van Nefertiti? Kijk ik extra uit mijn doppen om niet (meer) op de staart van de kat te gaan staan? Ja. Maak ik geïmproviseerde nesten in de wasmand omdat het zo grappig is als ze dan haar kop eruit steekt? Ja. Geef ik ze aandacht als ze mij komt ambeteren? Ja. Maar dat betekent niet dat ik mij ga laten behandelen als een hersenloze slaaf telkens ze op haar wenken bediend wil worden. Of misschien wel, enfin, we zien wel.

Ijs(kast)koningin

Wanneer Cynthia met onze koelkast bezig is, verschijnt rond haar persoon spontaan een fel aura. Ze laat haar wereldlijke vorm dan even op aarde en wordt een mythische verschijning.

boxing-100733_640
“Wat zegt gij van mijn koelkast?”

Een vrouw is heer en meester in huis. Durft een man het aan haar autoriteit op de proef te stellen, dan zal hij ondervinden hoe een klein persoon opeens boven hem uit torent. Ook Cynthia laat je best haar gang gaan wanneer het over huishoudelijke taken uitkomt. En durf je aan haar koelkastrégime te raken… Dan sta ik niet in voor de gevolgen en houd ik mijn emmer en dweil klaar om het bloed van de muren te poetsen. (Bij de weg, Cynthia, waar vind ik die?)

Er is niets dat Cynthia, en bij uitbreiding het ganse vrouwelijke ras, zo strak geperfectioneerd heeft als de koelkast. Wij hebben noch de ruimte noch het geld voor een sjieke Amerikaan te plaatsen, dus doen we het met een (nog steeds redelijke) combi. Dat betekent dat er goed moet worden nagedacht over de plaatsing van de vele elementen die een plaats moeten krijgen.

Helaas gebeurt het soms ook dat er een kink in de kabel zit. Een klein planningsfoutje, iets dat over het hoofd gezien werd. In dat gevaar vergaat Cynthia haar wereld even. Want oh nee! Er moet iets naar de vuilbak verwezen worden. Even lijkt haar hele wereld in te storten en worden de pillaren van de zekerheden in haar leven ruwweg verpulverd. Het is een ware mentale apocalyps.

Ik zeg haar dan “lieverd, dat is toch zo erg nog niet?” Maar haar ogen bliksemen mij neer. Hoe durf ik haar totale nederlaag zo te banaliseren? Want dat is het voor haar, niets meer of niets minder: een nederlaag. Haar aura van onoverwinnelijkheid krijgt een deuk – in haar perceptie is die deuk groter en kostelijker dan in de mijne. Maar ja, een deuk moet je weten rechttrekken en dan moet dat waarschijnlijk opnieuw geverfd worden… En dan ben je snel wat geld kwijt als je verzekering dat niet dekt hé.

Om maar te zeggen dat niets of niemand in deze wereld perfect is, ook mijn Cynthia niet. Maar dat vergeef ik haar met heel veel liefde.

Het debacle van het niet-huwelijk

Cynthia komt ons weer verblijden met een inkijk in ons Berchemse leven. Dit keer gaat het over vreemdgaan en het huwelijk.

 

infidelity-379565_960_720

Nu het EK jammer genoeg voorbij is en we tijdelijke adoptie-ouders zijn van de überschatttige Anna Karenina, een Russische dwerghamster, wonen we nog altijd in het fijne Berchem. Soms is het hier mooi weer, soms regent het hier. Er wordt gegeten en gedronken, gewassen en gestreken, geslapen en gepoetst. Kortom, het leven zoals het moet zijn.

Maar dan dook er iets op. Het staat tussen ons, het is een geschil, een verschil van mening. Laat ons zeggen, het is geen discussie, maar het komt gewoon niet van twee kanten. En dan heb ik het over het huwelijk.

Ik, Cynthia – helemaal klaar om ‘JA’ te roepen op de befaamde huwelijksvraag – hoorde Jens eens uit over zijn toekomstplannen op het vlak van aanzoeken. Wat bleek: volledig onbestaande. Of toch voor de komende jaren.

Gelukkig ben ik niet zo veeleisend en ben ik nu ook heel content. Er is in mijn hart slechts plaats voor één iemand en die plaats heeft Jens (met wederzijdse toestemming) ingenomen. Getrouwd of niet, dat zal er weinig aan veranderen. (Maar wat dan met dat kleed dat ik wil – aaaaaaaaaaargh?!)

Na verdere ondervraging stel ik me toch enkele vragen bij de beweegredenen van Jens. Waarom wilt Jens (nog) niet trouwen? “Voor vrouwen is dat niks. Als vrouwen slecht behandeld worden door hun echtgenoot en ze zoeken troost bij een andere man, dan is dat niet erg. Dan is dat zelfs begrijpelijk! Maar als een getrouwde man troost zoekt bij een andere vrouw, dan is hij die aan het bedriegen en dat kan niet. Dus ik kan (nog) niet trouwen, want dan ben ik in de ogen van andere vrouwen geen date-materiaal meer. Vreemdgaan is als getrouwde man niet langer sociaal aanvaard.”

U begrijpt, lezer, dat ik bij het horen van die theorie even mijn wenkbrauwen fronste. Wat zijn de bedoelingen van die Jens? Is hij van plan om zijn kwaliteiten op de vrijgezellenmarkt nog even te testen voor hij een verbinding met mij aangaat? Wil hij liever als begeerlijke vrijgezel door het leven gaan? Alles ligt open, niets is nog zeker…

Voor de ongeruste lezer: er werd mij nadien verzekerd dat ik het verkeerd begrepen had. Mijn kookkunsten waren tot nu toe goed genoeg om het nog even met me vol te houden…

Return of the Scots

Het laatste deel van onze Schotland-reis. Heeft u een halfuurtje tijd?

IMG_20160527_155336-EFFECTS

Deze post is het vervolg op deze post, die het vervolg is op deze post, die op zijn beurt weer het vervolg is op Nessie zien en Sterven. En de verschrikkelijke planner was ook een leuke! Lezenlezenlezen!

Dag 2

Opstaan ging verrassend genoeg zonder al te veel problemen. Onze vroeg-gaan-dodokes-doen-strategie zat daar ongetwijfeld voor iets tussen. De heerlijke geuren van een stevig Engels ontbijt – pas in de derde B&B zouden we een echt schots ontbijt voor de kiezen krijgen – hielpen daar ook bij. Wat is er beter dan een zware dag beginnen met roerei, spek, een croissant, een zelfgemaakt koekje, vers sinaasappelsap, een pistolet, een worstje en wat vers beleg?

We kregen ook nog een scone aangeboden, maar die bewaarden we wijselijk in onze brooddoos; het zou nu al een uitdaging blijken te zijn om die sexy, spannende wandelbroeken aan te krijgen. We maakten onze koffers weer klaar voor vervoer, ik haalde onze lunchpakketten op in de keuken, en we konden weer op pad. Vandaag stond de zwaarste dag van onze wandeltrip op het programma.

Mountains of Mist

IMG_20160527_083409

Toen we de voordeur opendeden, kregen we een prachtig Lord of the Rings-tafereel te zien: driekwart berg gehuld in mist. Winter, lente, zomer of herfst: mist krijg je in Schotland met hopen. Rond een uur of tien is die helemaal verdwenen, om ‘s avonds tijdig weer te verschijnen en elk panorama in te slikken.

Met goede moed deden we onze stapschoentjes weer aan en vertrokken we naar de bushalte – onze route vertrok vijf kilometer verderop pas. Toegegeven, dat hadden we nog te voet kunnen doen, maar we hadden er voor gekozen om op het einde van de dag een omweg te maken van nog eens vijf kilometer. We zijn toffe peren, maar zo tof waren we toch niet. De bus it was.

Zoals Miley Cyrus luid keelde over haar Climb, zo ondervonden wij ook nog eens hoe vermoeiend het kan zijn om een berg op te wandelen. Anderhalf uur en een handvol kilometers later bevonden we ons uiteindelijk toch op de top. Overleven op weg naar dat topje, deden we zoals enkel wij dat kunnen: door het wildlife in de Highlands eens goed onder de loep te nemen.

Chunch

U vraagt zich af wat een chunch is? Een chunch is een lunch, maar dan met chips als meest noemenswaardige bestanddeel van de maaltijd. Eender waar we ‘s middags onze packed lunches bestelden, een zakje chips kon niet ontbreken. Een lunchpakket zag er doorgaans uit als volgt: twee belegde boterhammen, een zakje chips, een koekje, wat snoep, wat fruit, en yoghurt. Een potje yoghurt. Een hele dag onderweg in de snikhete zon, nergens een vuilbak in de buurt, geen bestek in de buurt,…

Hoe denken die in godsnaam dat wij Continentalen onze yoghurt opeten? Mijn tong was, uiteraard, niet lang genoeg. En mijn gezond verstand niet beneveld genoeg om het potje zelfs maar open te doen – nee, ik kan dan inderdaad niet met zekerheid weten of mijn tong al dan niet lang genoeg was, but trust me on this one.

Waarmee ik niet ga zeggen dat onze lunch tegenviel. De bokes waren erg lekker, de snoepjes kwamen van pas op zo’n dagje stappen en het uitzicht tijdens de maaltijd was fantastisch. Bijna een maand later hebben we echter nog steeds zo’n zakje chips ongeopend in onze keukenkast liggen.

Na de middag vervolgden we onze weg met een zoveelste heroische coupletje MacSamson en MacGert. Helaas/gelukig zijn daar geen beelden van. Van het panorama heb ik wel een beeld:

IMG_20160527_134353

Ruines! Joepie!

Na nog eens enkele kilometers kwamen we aan in het lieftallige Lewiston. Een dorpje dat zo Schots is dat de Engelsen totaal geen idee hadden hoe ze het moesten noemen in het Engels. Onze gok luidt dat ze het zelfs niet geprobeerd hebben en er gewoon iets ad random hebben opgeplakt. Ik deed een verdienstelijke poging om toch even Schotsman te zijn:

Blàr Na Maigh was uiteindelijk maar een kleine tussenstop die ons bijna verloren deed lopen richting het doel van de dag: de verlaten ruines van Urquhart Castle. Nu ja, verlaten op de duizenden toeristen per dag na. Nu zijn we fan van ruines enzo, maar wij hebben die toch liever net iets verlatener. Al moet gezegd dat het zeker de moeite is om eens te bezoeken, al was het maar voor de prachtige uitzichten over Loch Ness.

IMG_20160527_155340

Urquhart werd duizenden jaren geleden terecht gekozen als uitvalsbasis voor de Picten-overwonnen-door-Britten-overwonnen-door-Schotten-overwonnen-door-Britten-overwonnen-door-Schotten-dan-toch-niet-overwonnen-door-Britten-en-uiteindelijk-verlaten-achtergelaten. Een woelige geschiedenis als je ‘t mij vraagt.

IMG_20160527_162110

Drum en Dram

Moe maar zeer voldaan kwamen we na een mooie tocht van 22 kilometer aan in Drumnadrochit. Een plek die de Schotten zelf liever gewoon Drum noemen omdat het te veel moeite is om telkens Drumnadrochit te zeggen. We werden hartelijk verwelkomd door speciaal volk in de Springburn B&B. Vriendelijke mensen, uiterst propere accomodatie, maar met uitbaters die roken als het kanon van het Edinburghse Castle om 13.00u. Het soort mensen dat nooit lacht op de foto omdat hun tanden te misvormd zijn. I kid you not.

Maar heel vriendelijke mensen niettemin. Ze raadden ons een restaurant in het dorpje aan en daar zijn we ze nog steeds dankbaar voor. Zowel de haggis als de risotto met asperges, als de hamburger (we waren 2 dagen in Drum, dus we zijn de volgende dag nog eens teruggegaan) waren perfect op smaak voor twee uitgemergelde stappers die vergingen van de honger.

De avond werd vrolijk afgesloten met een goeie Dram (whiksy) en we waggelden naar huis. Ik waggelde wat door het bier en de whisky, Cynthia vanwege zere voeten. En ja! Daar zijn beelden van!

Dag 3

De derde wandeldag begon – eindelijk – met een Schots ontbijt: een beetje haggis, een beetje black pudding (in essentie gewoon beuling zonder ‘velleke’), wat ei, worstje, the usual naast de haggis en pudding eigenlijk. Maar wel lekker, al kwam stilaan het besef zich opdringen dat een eenvoudige maaltijd, rustig thuis aan de tafel of in de zetel ook wel eens leuk zou zijn.

Vertrekken deden we richting Blackfold, een dorpje dat volgens onze gids/taxichauffeur bestond uit welgeteld één cottage. Geen idee of dat om te lachen was, aangezien dat ook effectief het enige huis was dat we de eerste kilometers wandelen tegenkwamen. Dat is hetzelfde als iemand die met een hartelijke lach zegt “ik ging gisteren naar ‘t stad, ge weet wel, Turnhout”: neem je dat serieus of niet?

Ook deze dag namen we even de tijd om met elkaar te lachen en leuke filmpjes te maken. Zoals dat wel vaker gaat in deze relatie kwam het er dus op neer dat ik een mopje maak over Cynthia, dat zij daar verontwaardigd op reageert, waarna ik met mezelf moet lachen om het weer goed te maken. Dat ziet er dan zo uit:

Tegen de middag aan bereikten we niet alleen het hoogste punt van The Great Glen Way, maar kwamen we ook tot de constatering dat Cynthia een wel heel speciaal talent blijkt te hebben. Ze kan namelijk eender welke banale taak verheffen naar een uitstekende graad van stoerheid. Net op tijd kon ik Cynthia verrassen en dat vastleggen op de gevoelig bewegende plaat. Cynthia reageerde met een wel heel flauw mopje:

Naarmate het einde van de wandeling in zicht komt, valt er in alle eerlijkheid steeds minder over te zeggen. De wandeling en het gezelschap waren nog steeds aangenaam, maar vermoeidheid en het gebrek aan echt magnifieke uitizchten deden onze creatieve sappen een beetje opdrogen, waardoor de leuke filmpjes en foto’s na dit middagmaal een beetje stilvielen. Wat valt er nog te zeggen van dag 3? We aten lekker, we dronken goed, en we sliepen vroeg. Op naar dag 4!

Dag 4

IMG_20160528_111055-ANIMATIONOnze laatste wandeldag kondigde zich vroeg aan. Onze taxi kwam ons al vroeg oppikken om ons opnieuw naar Blackfold te brengen, waar we ditmaal in de andere richting zouden stappen. (Blijkbaar zijn er ook zotten die de trek van Drumnadrochit naar Inverness in één keer maken. Allee, hoe zot is dat?)

Hoe dichter we bij de hoofdstad van de Highlands kwamen, hoe meer volk we tegenkwamen. Het was gedaan met de idylle die de hooglanden ons voorschotelden; de terugkeer naar de stad was nakend. Troosten deden we ons dan maar met de belofte aan nog veel meer lekker eten en drank, zoals Cynthia onze menu mooi samenvat:

Eens in Inverness was de schoonheid van de natuur aanwezig in de vorm van enkele mooie golfterreinen en de Ness Islands, kleine eiland-parkjes in het midden van de River Ness. Mooi, maar verre van zo leuk of zo prachtig als de voorbije dagen waren. Inverness bracht met zich een gevoel van weemoed mee. Het gevoel dat je beseft dat het er zowat op zit, zonder dat je dat echt wilt.

We (ik) lieten ons troosten door een zeer moderne, bijna luxueuze B&B, een goed bord mosseltjes, een paar pints en een live optreden van een band uit Amerika (daar kom je dan voor naar Schotland) die ons zo hard aan de Intergalactic Lovers deden denken, dat we het snel weer zijn afgebold. We verkozen die avond, pompaf als we waren, een gezellig bed met een goed boek. Onze kloeffers van 1200 bladzijden waren al opgeschoven naar de 5-600 bladzijden (want ook daarvoor ga je naar het buitenland, hoor ik je denken).

Een stedelijk dorp

IMG_20160529_122511

Tussendoor hadden we ook nog het genoegen van met een vreemde snuiter te praten. De man had duidelijk al heel wat meegemaakt in zijn leven, maar bleef er opvallend optimistisch onder. Een nieuwe liefde in zijn leven hielp daarbij. Het deed ons beseffen dat Inverness geen echte stad is, maar een valsspelend dorp, vol met dorpszotten. Zoals Mortselnaren zullen beweren dat hun dorp enkele jaren geleden een ‘upgrade’ kreeg naar stadsschap, zo zullen ook de Invernessians er alles aan doen om je te doen geloven dat ze een volwaardig Mechelen zijn. Een verdienstelijke poging, maar ons ‘stadsmeisje’ uit Edegem doorzag het spel al snel.

Wat kan je nog doen in een stad die geen stad is, anders dan wat lezen, uitrusten in de pub, een tweedehandsboekenwinkel bezoeken (en die leegkopen), en ‘s avonds nog eens gaan eten, om opnieuw van wat halfslachtige live-muziek te genieten. (Die avond bestond de ‘band’ uit drie mensen die op goed geluk hun instrument naar de pub hadden meegezeuld. Een banjolinist die erg goed was, een gitarist die dacht dat hij erg goed was en een dwarsfluittist die erg goed was, maar van zichzelf dacht dat hij het niet was. Het zorgde voor een vreemde sfeer.)

Terug naar de echte beschaving

De terugkeer naar Edinburgh voelde raar aan. Je komt van het vredige platteland opeens opnieuw terecht in de turmoil en je bent in de war. Waarom zijn hier zoveel mensen? Waarom wandelt iedereen hier zo snel? Of zo traag? WAAROM LOOPT IEDEREEN IN MIJN WEG? Om zot van te worden. Opnieuw brachten enkele slaps in mijn face mij weer bij zinnen. Danku, Cynthia.

We hadden verder nog net genoeg tijd om het plaatselijke Boekenvoordeel-equivalent grondig te onderzoeken, de Primark leeg te roven en wat souvenirtjes bij elkaar te scharrelen. Over onze laatste hostel wil ik het liever niet hebben, want slapen op een plank in een kamertje van 2 meter bij 4 is mensonterend en lichtelijk traumatisch (zeker na al die B&B-luxe).

IMG_20160601_165923Er restte ons niet veel meer dan terug naar de luchthaven te trekken, onze bagage daar enkele keren anders organiseren zodat we niet moesten bijbetalen, en opnieuw een panikerende Cynthia-die-geen-sterke-vlieger-is te bedaren. En dan waren we terug in Charleroi, wat krijgen we dan? Regen, regen, een NMBS-staking, regen en GEEN TREINEN WANT DE NMBS STAAKT. ALWEER. Gelukkig was een lieve mama Christel bereid om 3 uur in de auto te zitten om ons te komen halen. We hebben haar dan ook bedankt met een shitload aan nieuwe tweedehands boeken. ‘Cause that’s how we roll. Een sfeerbeeld van Cynthia die weer in België is, vind je aan de rechterkant.

In conclusie…

…kunnen we zeggen dat: Schotland een fantastisch mooi en middeleeuws-ademend land is. De ruïnes er wel tof zijn. Whisky dan toch kan smaken. Wandelen doet toch geen zeer! (Who could’ve known?) Regen in schotland is een fabeltje. Dit verhaal uiteindelijk veel te lang is geworden waardoor ik stilaan door mijn verhalende kracht heen zit en zelfs leestekens plaatsen een hele opgave wordt we gaan er maar eens mee stoppen ok thx bye. Verlaten doe ik jullie niet zonder nog enkele sfeerbeelden mee te geven. Enjoy en bedankt om dit veel te lange relaas van begin tot einde te lezen. U heeft moed!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Stoere Schotsmannen

De wereld heeft er lang op moeten wachten, maar eindelijk is het zover: het relaas van Schotland. Met filmpjes. En foto’s. Lekker genânt.

IMG_20160526_120612

Onze Edinburghse ervaring was er eentje van open ogen. Mooie gebouwen, oude straten en stegen, een leuke rondleiding door een plaatselijke gids en genieten van het mooie weer. Het waren thema’s die tijdens onze hele reis herhaaldelijk terugkwamen, en dan met name het prachtige weer. Terwijl iedereen in Antwerpen en omstreken verzoop in de stortbuien, kregen wij af te rekenen met exact één uurtje miezerige regen, waarvan we zelf maar vijf minuten last hadden. De overige 55 minuten bevonden we ons namelijk in de pub. Met een boek.

Dat het ongeziene weersomstandigheden waren, kregen we meermaals op het hart gedrukt. We konden nergens komen of het klonk “My, you’ve chosen the best time to come to Scotland”. Het zou overdreven zijn te zeggen dat het daar nooit voorkomt, maar het was alleszins uitzonderlijk.

Het werd almaar beter

Met redelijk wat stress vertrokken we (ik) op woensdag naar het treinstation Haymarket in Edinburgh. Van daar ging de reis naar Inverness alwaar we de bus gingen opspringen naar Fort Augustus. Klinkt heel simpel, en dat was het uiteindelijk ook. Maar de verschrikkelijke planner in mij was ervan overtuigd dat er elk moment iets kon gebeuren waardoor we rechtsomkeer zouden moeten maken. Voldoende valium en slaps in the face van Cynthia wisten me toch enigszins te kalmeren.

We zaten in de trein aan een tafeltje, tegenover een ander jong koppel dat dezelfde richting uitging. Niet voor het eerst konden we ervaren hoe leuk het kan zijn om als Engelsgestudeerde Belg in een English-only omgeving te vertoeven. Wij kunnen ons verstoppen achter sappig Antwerps, maar die Engelsen hebben geen andere keus dan wereldkundig te maken dat ze toch wel erg uitkeken naar het huisje van de tante die dit en dat uitsteekt, maar waar ze toch gratis mochten verblijven. Gratis entertainment bij Scotrail: een aanrader.

IMG-20160525-WA0009

Uiteraard hielden we ons niet zozeer bezig met luistervinken. Wij, mensen van de literatuur, gingen op in ons boek. Voor de gelegenheid waren we allebei World Without End aan het lezen van Ken Follet. Een boek dat met 1200 bladzijden natuurlijk veel te dik is om mee te zeulen op een wandeltocht. Slim en vooruitdenkend als we zijn, hadden we dan ook twee van die kloeffers mee (we moeten toch tegelijk kunnen lezen, nietwaar?).

Terwijl we noordwaarts trokken, sloegen we elkaar geregeld op de arm om de typische Highlandesque fenomenen te aanschouwen: bergen, bossen,… Alles dat je verwacht wanneer je ‘Highlands’ denkt. Het zag er naar uit dat onze verwachtingen wel zouden worden ingelost.

Het poepke van Nessie

Eens aangekomen in Inverness hadden we iets minder dan een half uur om de juiste bus te zoeken en onze kont in diens kussens te ploffen. Wat op de kaart wel dicht bij elkaar lijkt te liggen, kan in de praktijk toch al een wandeling van een kwartier worden. Nog 15 minuten. Dan vonden we het busstation toch, maar welke bus moesten we nemen? In elkaars ogen lazen we de eerste sporen van lichte paniek die snel kan omslaan in full-on RAMPAGE.

Maar in de rust en kalmte die een echte leider enkel tentoon kan spreiden wanneer het er echt om spant, vond ik, de verschrikkelijke planner, dan toch de juiste bus. High fives vlogen in het rond. Al was dat rondje snel gedaan met slechts twee personen, ergo één enkele, eenzame high five.

Op weg naar Fort Augustus, het eindpunt van onze gemotoriseerde reizen, toonde ik mezelf weer een echte leider. Geboeid keek ik uit het raam naar de weg die we de komende dagen te voet zouden afleggen. Ik maakte mentale plaatjes van dorpjes die we gingen passeren, herkenningspunten die ons ongetwijfeld zouden helpen in geval van verloren lopen. Cynthia stond me daarin niet echt bij. Zij verkoos een dutje.

Zo waren we toch al snel een hele dag onderweg naar het startpunt van ons grote avontuur. Eens aangekomen, probeerden we toch nog iets aan onze dag te hebben door het dorpje te verkennen. Wat meteen opviel, was het Caledonian Canal: een opeenvolging van sluizen die een erg pittoresk beeld opleverden. Daarna liepen we voorbij een prachtig oud klooster – nu ingericht als service club voor aanhangers van service clubs – naar het poepke van Nessie: het uiterste zuiden van het prachtige meer.

IMG_20160525_173107
Genomen aan het poepke van Nessie. Cynthia was duidelijk erg blij dat we er eindelijk waren.

Schapendarmen en ander lekkers

We waren nu voor het eerst in landelijk Schotland, en dat merk je aan alles. De mensen zijn (nog) vriendelijker, overal zie je rare toeristen die de Highlands bezoeken met een formule die vertrekt vanuit Edinburgh en dan een aantal trekpleisters bezoekt in de Highlands. Een verschijnsel dat ons voorkwam als typisch Amerikaans: geen moeite doen en toch genieten van de voordelen.

IMG_20160525_183334
Hagissen als een baas.

Bovendien was het gedaan met het uitgebreide gastronomische pallet aan opties. We hadden nu de keuze uit een Mediterraans restaurant, een fastfoodtent en twee pubs. We kozen zorgvuldig onze pub uit en we namen ons voor de lokale specialiteit eindelijk eens echt in de mond te nemen: haggis. Zij die het nog nooit geproefd hebben, weten niet wat ze missen. We hebben een aantal malen de Schotse gemeenkost geprobeerd en telkens proefde het anders, maar altijd lekker. Ik kan het nog het best omschrijvend als het midden houdend tussen risotto en zwarte pensen.

IMG_20160525_181445Cynthia besloot ook eens avontuurlijk te zijn en ze informeerde naar de lagers van het vat. “We have a fine heavenly,” klonk het. En dat klonk goed, dacht ze. Eens het pintje voor onze neus stond, viel onze blunder op: ‘Heverlee, Premium Belgian Lager’. En daarvoor reizen we dan enkele duizenden kilometers om een Leuvens pintje te proberen.

Dag 1

Na een deugdoend schoonheidsslaapje – de reis ernaartoe zou achteraf vermoeiender blijken dan de eigenlijke wandeling – vertrokken we aan onze B&B. Gelukkig moesten we ons van onze koffers niks aantrekken; daar werd voor gezorgd. Gewapend met een niet al te fashionable lanyard waar onze instructies aan bengelden, trokken we meteen de bergen in. We hadden ook een echte kaart mee, maar die bleek al snel minder waard dan balpen zonder papier.

IMG_20160526_082019
Sexy Cynthia, zich klaarmakend voor een lange dag.

Het duurde dan ook niet lang voor we voor het eerst een foute richting uit gingen. Ik had mijn bedenkingen toen we aan een kruispunt kwamen dat nergens vermeld stond in onze instructies. Ook de kenmerkende paaltjes die de Great Glen Way markeerden waren in geen velden of wegen te bespeuren. Daar stonden we dan, aan een splitsing. Instinctief wou ik naar het noorden gaan, de general direction waarin we moesten trekken. Cynthia koos echter vol zelfvertrouwen voor het westen. Iemand die zo zeker is van haar stuk, spreek ik niet tegen. (Zeker niet als de zekere persoon Cynthia betreft.) Het resultaat zie je in ons eerste filmpje:

Kort daarna, na een omweg van twee kilometer, we hadden ons er al bij neergelegd dat we de beste delen gemist hadden, kwamen we toch weer op het rechte pad terecht. Mede door deze onverwachte excursie langs onbekend gebied, werden we compleet verrast toen onomstootbaar bleek dat we weer de juiste weg hadden gevonden. We kwamen boven de boomgrens uit, ik keek achterom, en zag wat me altijd zal bijblijven als het mooiste uitzicht van onze ganse reis.

IMG_20160526_120612

Het was al ruim de middag gepasseerd, 3 uur Belgische tijd, toen we besloten onze Fort Augustusiaanse broodjes te verschransen. Een klein half torentje bood beschutting tegen de koude wind die de hoge Highlandwegen rijk zijn. Gelukkig kwamen we hier langs in 2016 – het pad en bijhorend torentje was pas aangelegd in 2014. Wie ervoor ging wandelen in deze omgeving moest genoegen nemen met het lage pad (zonder mooie uitzichten), of op eigen houtje naar boven trekken en riskeren dat hij verloren liep. We maakten een filmpje met mooie beelden, parate kennis en nog meer mooie beelden:

Vanaf dan begon de afdaling naar Invermoriston. Eerst rustig, daarna stijl genoeg om Cynthia wat schrik aan te jagen. Een goeie 200 foto’s later kwamen we tenslotte aan in het dorpje. Voor onze volgende B&B waren we nog wat te vroeg, dus trokken we maar op een extra excursie naar (kleine) watervallen. Ook daar ontzogen we de ziel van de natuur (want dat gebeurt blijkbaar wanneer je een foto van een levend organisme maakt), alvorens de pub in te duiken. Nog een filmpje van cynthia die afdaalt:

‘s Avonds gingen we eten in het enige restaurant dat Invermoriston rijk was (haggis en steak pie uiteraard, met goeie pints bij). Het was nog niet zo erg als het tankstation/supermarkt/krantenwinkel/postgebouw van Fort Augustus, maar hotel/pub/fancy restaurant komt toch ook al in de buurt. Na het eten was de rek op onze moed er wat uit en gingen we naar onze kamer. Of dat was het plan, want Schotten zijn sociaal en onze gastvrouw wist toch nog een klein uur chitchat uit ons te sleuren – ook zij verkoos overigens #remain. Cynthia viel als een blok in slaap, en ik keek nog wat series via Netflix. Algemeen gesproken kan ik stellen dat wifi-ontvangst in de bergen uitstekend is.

To be continued

Daarmee zit mijn relaas weeral aan 1500 woorden. Genoeg voor een nieuw berichtje, met de belofte dat het derde en (vermoedelijk) laatste deel geen twee weken op zich zal laten wachten. Maar eerst gaat mijn aandacht opnieuw naar voetbal.

Sfeerbeelden

Na de afwas

Slapen, kuisen, desperate housewife wezen, chillen,… Wat doet een pas samenwonend koppel zoal na de afwas?

dishwasher
Elke nacht droom ik van de zoete utopie die ‘afwasmachine’ heet.

Growing up is a bitch. Mensen met een kinderlijke fantasie en kijk op het leven, mensen die nooit verwacht hadden echt volwassen te worden, mensen zoals ik: wij weten het allemaal. Opgroeien is lang niet zo leuk als klein en onbezonnen zijn, geen rekening houdend met een rekening of de rommel in je kamer. Ook ik heb uiteindelijk een zekere mate van volwassenheid bereikt, en ik heb daarbij enkele harde lessen geleerd.

Na mijn middelbare schooltijd – “de schoonsten tijd uit uw leven” – en mijn tijd op unief – wederom “de schoonsten tijd van uw leven” – kwam dan uiteindelijk het moment waar elk schoolgaand kind van droomt: niet meer naar school moeten. De wijze raad van anderen in gedachten, kon dat niet anders betekenen dan dat de mooiste tijd van mijn leven tevens finaal gedaan was.

‘Vrije’ tijd

Als niet-meer-naar-schoolgaander merkte ik al snel op dat het met de minder schone tijd van mijn leven best wel meevalt. Mijn avonden zijn van mij, mijn weekends zijn van mij, eindelijk eens een boek lezen dat ik zelf uitkoos, en niemand die op zondagavond komt zeggen “en nu is het tijd om uw toets van Frans te leren”. Tegelijk begon ik als werkende mens na te denken over de dingen des levens, zoals “wat doen we na de afwas?”

Over dergelijke vraagstukken brak ik mij vooral het hoofd tijdens diezelfde afwas. Afwassen, voor zij die er geen ervaring mee hebben, voelt op dat vlak namelijk een beetje aan als douchen: je maakt je hoofd leeg en krijgt allerhande geweldige ideeën. Zo heb ik tijdens de afwas bijvoorbeeld beslist dat ik een koersfiets zou kopen. En zo geschiedde.

Een echte jongen

De afwas doet wel meer rare dingen met een mens. Zozeer, dat de afwas voor mij symbool kwam te staan voor volwassenheid. De afwas doen, betekent namelijk dat je iets doet dat gedaan moét worden. Iets doen dat een zekere verantwoordelijkheid met zich meebrengt (anders staat de keuken vol of heb je geen propere borden meer). De afwas doen, betekent dat je tijd hebt om na te denken over hoe ver je gekomen bent en de momenten te herinneren die je nooit meer zal herbeleven. De afwas kan triestig zijn.

De afwas maakt van een jongen een man, eentje met verantwoordelijkheden en verplichtingen. Na de afwas moet je namelijk nog boterhammen smeren, of je hebt morgen geen eten. En als alles dan gedaan is, DAN mag je weer een beetje kinds worden en wat Star Wars: Battlefront gaan spelen. Of nog een serie of film kijken. Dan pas staat de afwas je wat vrije tijd toe.

DHS

Tenminste, als je niet lijdt aan het zogenaamde ‘Desperate Housewife Syndrome’ (DHS, dat is een ding, zoek het op!). Er bestaan enkele verschillende soorten manifestaties van dit syndroom, maar hier een korte illustratie van hoe het de geestesgezondheid van Cynthia aantast: de afwas – de HEILIGE afwas! – is gedaan, de bokes zijn gesmeerd, de tv staat op, maar Cynthia kan nog niet gaan zitten. Daar moet nog iets gedaan worden, ginder is nog iets niet in orde en natuurlijk heeft Jens weer eens iets niet opgeruimd en gewoon in het midden van de FOCKING kamer laten liggen.

Wie op dat moment de kamer binnenkomt, ziet de rusteloze beentjes, de schuimbekkende lippen en de verwarde haren heel erg desperate zijn. Wie haar aanspreekt, zal dat doen met een zekere doodsverachting. Haar bloeddoorlopen ogen zullen schreeuwen: “ER IS GEEN TIJD VOOR ONTSPANNING!” Nochtans is de afwas al gedaan.

Om maar te zeggen dat een mens na de afwas maar een uur of twee meer heeft aan vrije tijd, en dat zou gerust wat meer mogen zijn. Ach ja.

Loterij der Kakbroeken

Zoals de Evangelische Omroep soms al eens wat zendtijd krijgt voor een gastprogramma op de radio, zo krijgt ook Cynthia een platform om haar verhaal te vertellen.

winforlife
Win for Life presenteert: “Wie placeert er hier een kakbroek?”

Het lief vroeg of ik niet eens iets wilde schrijven voor de blog. Iets over het werk of zo. Het Werk. Tja. Niet iedereen is geïnteresseerd in vettige, snotterige of slijmerige verhalen uit de crèche. Begrijp me niet verkeerd, mijn job is meer dan de hele dag iemand anders’ vuiligheid opkuisen. Maar af en toe komt er al eens een vuile broek of wat gele snottebellen bij kijken.

Ik hoor je denken: “Hoe kan dat nu leuk zijn, pampers vervangen?” Ik zal je een geheim vertellen. Als verzorgers zijn we als echte pokémons geëvolueerd naar het level van de kakbroekenloterij. Zie het als een soort bingo waar je kan inzetten op wie al dan niet de eigenaar van de stinkende luier is.

Een korte schets: een ietwat indringende geur verspreidt zich door de leefruimte. De verzorgers wisselen een blik uit en weten hoe laat het is. In ons hoofd zetten we al in: het is ochtend, die kinderen hebben het meeste kans om de dader te zijn. Er wordt verkondigd wat iedereen al lang door heeft: “Ik ruik hier iets. Wie is hier een vuile broek aan het placeren?”

En dan begint het: collega één gokt op Jef, de ochtendkakker die steevast een indringende geur met zich meebrengt. Collega één checkt de broek van Jef; loos alarm, verkeerd gegokt. Nu is het aan collega twee. Zij gaat pertinent voor Marie, een veelkakker én dus een reële kanshebber. Als ook daar geen vuiltje aan de lucht is, gaat de beurt naar collega drie. Zij gaat af op haar neus en grabbelt naar het dichtsbijzijnde kind, bingo! Collega drie krijgt dan de eer om haar hoofdprijs af te leveren op het verschoningskussen.

Begrijp me niet verkeerd: mijn job is top. Ik help kinderen bij hun eerste stapjes in het leven. En dat mag je letterlijk nemen. Het is zalig om kinderen dingen aan te leren en ze iedere dag vooruit te zien gaan. Het geeft veel voldoening om een kind aan het lachen te brengen of om het te verwonderen. Het is leuk om ieders eigen karakter te leren kennen en hen ‘nee’ te zien ontdekken. Mijn job is de beste die er is. En daar neem ik die kakbroekenloterij met alle plezier bij.